Broad Peak is een berg van 8047m hoog en is één van de veertien 8000ers. De berg ligt op de grens van Pakistan en China en is vanaf beide kanten te beklimmen. Vanaf de top van Broad Peak heb je zicht op andere 8000ers in dit gebied waaronder K2. Er zijn drie toppen op deze berg: de ‘echte’ top van 8047m, de centrale top van 8016m en de noordtop van 7550m hoog. In 1957 werd de top voor het eerst bereikt: Hermann Buhl, Marcus Schmuck, Kurt Diemberger en Fritz Wintersteller stonden als eersten op de top. De berg heet overigens Broad Peak, omdat de top breed is. Simpel toch?
Broad Peak beklimmen
Als je de berg wilt beklimmen, dan kan dat. Je gaat dan op expeditie naar één van de hoogste bergen ter wereld. Een expeditie op zo’n hoge berg duurt doorgaans zo’n zes weken, tenzij je al geacclimatiseerd bent aan de hoogte. Wanneer je op expeditie gaat, kun je natuurlijk je eigen expeditie starten in je eentje of met klimmaatjes. Je kan je ook aansluiten bij bestaande expedities. Het voordeel daarvan is, is dat alles voor je geregeld wordt. Zo’n expeditie kan je zo luxe en duur of zo basic en goedkoop maken als je het zelf wilt. In zijn boek Mount Everest beschrijft Wilco Dekker hoe het eruit ziet bij expedities naar de Mount Everest. Omdat deze berg zeer populair is en relatief goed te bereiken, is er qua luxe en mogelijkheden natuurlijk meer mogelijk als je dit vergelijkt met K2 of Broad Peak.
Hoe dan ook, je kiest je expeditie en zorgt dat je vliegt naar Islamabad. Vanuit daar ga je of met een vliegtuig of de Karakoram Highway naar Skardu en vanuit daar naar Askole. Die twee stadjes bieden nog gelegenheid om eten, kleding en andere benodigdheden in te slaan. Voor een expeditie is het handig om porters te huren. Deze mensen zijn vaak locals die je spullen tegen betaling de berg op dragen. Er worden ook vaak ezels ingezet. Vanuit Askole is het zeker een week lopen naar Broad Peak Basecamp dat ligt op 4850m. Iedere dag stijg je zo’n 300m om langzaam te wennen aan de hoogte.
Om je lichaam goed voor te bereiden op de hoogte worden er in een expeditie op zo’n hoge berg deelbeklimmingen gemaakt naar verschillende kampen op de berg. Een populaire acclimatisatie dag is ook een wandeling naar het basecamp van K2 en terug. Door hoog te klimmen en laag te slapen en daarna voldoende te rusten, gaat je lichaam meer rode bloedcellen aanmaken. Met meer rode bloedcellen kun je meer zuurstof opnemen en door je lichaam transporteren. Het zijn op grotere hoogte wordt hiermee steeds makkelijker.
Afhankelijk van de expeditie die je kiest, loop en klim je een bepaalde route omhoog. De standaardroute loopt over de westgraat. Om vanuit het basecamp wat dichter bij de berg te komen, moet je eerst de Baltoro gletsjer oversteken. Dat is niet gemakkelijk, want er is geen duidelijk pad. Daarna volgt de route omhoog over sneeuw. Als er veel sneeuw ligt, is dat behoorlijk pittig. En ook is er vallend gesteente, waarmee het gevaarlijk is. Eenmaal bij kamp 1 op 5500m kun je op een smal stuk bijkomen van het eerste deel van de klim.
Op weg naar kamp 2 op 6100m wordt de berg steeds steiler en heb je touwen nodig om jezelf omhoog te trekken. Deze touwen worden doorgaans al door sherpa’s opgehangen, zodat je dat niet zelf hoeft te doen. Ook weer een voordeel van je aansluiten bij een expeditie. Kamp 3 ligt doorgaans rond de 7200m. Vanuit daar klim je naar de saddle. Een gevaarlijk stuk waar lawines op de loer liggen. Na de saddle komt er een graat richting de top. Die ligt vol met stenen en sneeuw. Je zekeren aan touwen is daar echt nodig. Als je een stap verkeerd zet, is het met je gedaan.
Vervolgens denk je dat je er bijna bent, maar je komt dan aan op een foresummit. Het lijkt de top, maar de echte ligt nog een stukje verder. Je daalt eerst een stukje af, voordat je de laatste klim naar de top maakt.