K2 is een berg van 8611m hoog en behoort tot één van de veertien 8000ers. Je vindt de berg op de grens tussen China en Pakistan. Er is slechts één berg hoger dan K2: Mount Everest. Echter is het bereiken van de top van K2 lastiger dan Mount Everest. Dit heeft er vooral mee te maken dat de berg technisch veel uitdagender is en veel steiler. Als het ijs overdag smelt, dan komen er veel stenen los die naar beneden vallen. Sommige stenen zijn zo groot als koelkasten. Onder andere daarover schrijft Wilco van Rooijen in zijn boek Overleven op de K2. Een absolute aanrader om wat meer over deze berg en alle uitdagingen en gevaren te lezen. De eerste keer dat de top werd bereikt, was op 31 juli 1954. De Italianen Achille Compagnoni en Lino Lacedelli stonden als eersten op de top.
K2 beklimmen
In tegenstelling tot de Mount Everest zijn er niet veel mensen die zich wagen aan een beklimming van K2. Dit komt onder andere, doordat de berg een hoge dodental op zijn naam heeft. Ongeveer een kwart van de mensen die een beklimming onderneemt, keert niet levend terug. Daar zijn ook veel boeken over geschreven en online vind je ook genoeg artikelen over een dramatische afloop van een expeditie. Begin dit jaar werd wél voor de eerste keer de top in de winter bereikt, maar overleed er een Spaanse klimmer. De prijs voor het bereiken of überhaupt proberen te beklimmen van deze berg is hoog.
Veel klimmers zijn door hun tocht naar de top zo vermoeid, dat ze niet genoeg energie hebben om ook af te dalen. Als de zuurstof in de gasfles leeg is, als er handschoenen kwijtraken of het donker wordt, dan nemen de kansen op overleving drastisch af. Tijdens zijn 3e expeditie naar K2 bereikte Wilco van Rooijen wel de top, maar hij raakte onderweg naar beneden de weg kwijt. Daardoor verbleef hij meerdere dagen boven 7000m, voordat hij kon afdalen. Hij maakte over zijn beklimming een documentaire, die je onderaan deze pagina kunt bekijken.
Oké, je gaat op expeditie naar K2. Daarvoor reis je doorgaans eerst af naar Islamabad en vervolgens naar Skardu. Je kunt hier naartoe vliegen of je rijdt over de Karakoram snelweg. Dit was vroeger de oude zijderoute. Vanaf Skardu is het zeker een week lopen naar het basiskamp van K2. Dat ligt op 5150m. Vanuit het basiskamp zijn er verschillende routes mogelijk om de top te bereiken.
De meest gangbare route naar de top is de Abruzzi route, over de zuidoostgraat. Eerst wordt er geklommen naar kamp 1 op 6065m. Daarna klim je via de House Chimney naar kamp 2 op 6700m. De House Chimney is een spleet tussen de rotsen waarin je beschut omhoog kunt klimmen. Om vanuit kamp 2 kamp 3 te bereiken op 7250m hoogte, moet je de Black Pyramid over. Dat is een technische klim, vaak bijna helemaal verticaal omhoog. Daarvoor heb je ervaring met rots- en ijsklimmen nodig. Het is overigens niet veilig om lang in kamp 3 door te brengen, omdat daar regelmatig lawines naar beneden komen. Vanuit kamp 3 klim je door naar kamp 4 op 7680m hoogte.
Vanaf kamp 4 is het nog een erg lange en zware klim naar de top. Daarnaast moet je ook door de bottleneck heen. De bottleneck ligt op 8350m. Het is een couloir van 400m hoog, maar is omgeven door ijswanden waar regelmatig brokken ijs zo groot als huizen van af breken. Je moet hier met touwen klimmen en ervaring hebben met ijsklimmen. Daarnaast gaat de berg hier bijna loodrecht omhoog. Dat beklimmen met weinig zuurstof in de lucht is geen makkie.
Als je dan eenmaal door de bottleneck heen bent en de top hebt bereikt, is het van belang snel weer af te dalen en jezelf in veiligheid te brengen. Niet alleen doordat er lager meer zuurstof in de lucht zit, maar ook, omdat je dan een soort van beschut in een tent kunt gaan liggen om een beetje op krachten te komen. Daarna is het alsnog altijd spannend of je veilig terugkomt in basecamp.